“FOKDOEL KFPS (Koninklijk Fries Paarden Stamboek) ANNO 2010 “
"Een functioneel en
harmonisch gebouwd gebruikspaard in bezit van de Friese raskenmerken,
welke
gezond en vitaal is en aanleg heeft om in de sport op het hoogste niveau te
presteren"
De in korte tijd toegenomen vraag naar goede Friese paarden bracht tegelijkertijd foktechnisch een enorm groot gevaar met zich mee. Hoe zou bij zo'n sterke toename van de kwantiteit, de kwaliteit van het Friese paard behouden kunnen blijven en liever nog, verbeterd kunnen worden?

Nu kan gezegd worden dat deze operatie dankzij een streng stamboekbeleid en de medewerking van de fokkers bij de keuze van de hengst geslaagd is. Nooit werd daarbij ook maar even overwogen om vreemd bloed te gebruiken voor een snelle oplossing van dit probleem. Voorstanders van kruisen met vreemd bloed kwamen altijd van buiten Friesland, maar stuitten steeds op koppige en eigenzinnige Friezen, die vonden dat een Fries paard een Fries paard moest blijven...
Intussen werd onvermoeibaar verder gewerkt aan de verdere verbetering van het ras binnen de soort, met als oogmerk het fokken van een veelzijdig paard, geschikt voor het aangespannen rijden, maar ook voor de dressuur, voor de samengestelde wedstrijdsport, voor de tuigsport of misschien wel voor de shows in het circus. Dat in een tijdsbestek van 25 jaar zoveel vooruitgang is geboekt, is natuurlijk de verdienste van verstandige bestuurders en met name inspecteurs zoals Cees Faber en na hem Hendrik Draaijer en Harm Mulder. Boven alles komt alle eer echter toe aan het Friese paard zelf en de eeuwenoude 'nobele traditie' van fokkers en liefhebbers, die datgene in zijn DNA-structuur hebben weten te verankeren wat ieder mens graag in een paard terugziet: adel, kracht, liefde en toewijding.
Het Friese paard is in zijn voorkomen door de eeuwen heen nagenoeg steeds dezelfde gebleven, ook al stelden de verschillende episodes in haar geschiedenis ook soms heel verschillende eisen. Kenmerkend daarin zijn een aantal elementen die zich met woorden moeilijk laten omschrijven, maar alles te maken hebben met begrippen als adel, fierheid en trots. Het zijn precies die raskenmerken die de Fries vanuit zijn eigen volksaard en vanuit zijn eigen geschiedenis zo graag in zijn lievelingsdier terugziet, als was het dier in levende lijve een afspiegeling van zijn eigen persoonlijke geschiedenis....
Is het de majesteitelijke zwanenhals, het donkere vriendelijke oog, of zijn het de lange zwarte manen en de lange golvende zwarte staart die het dier zijn aristocratische uiterlijk geven?
Waarschijnlijk is het niet één onderdeel afzonderlijk maar het geheel van de delen, dat bij de mens een associatie oproept aan dingen uit een ver verleden, toen trouw en deugd nog ridderlijke eigenschappen waren....
Als we de huidige inspectie van de Koninklijke Vereniging Het Friesch Paarden-Stamboek vragen hoe een Fries Paard er uit zou moeten zien, dan is het eerste wat hij zegt: Zwart! Witte aftekeningen worden in de fokkerij van het Friese paard als ‘niet-gewenst' beschouwd, of het moet beperkt blijven tot "enige witte haren voor het hoofd", of hoogstens een klein kolletje. Kleurslagen in zwart zijn mogelijk, als het maar zwart is. Het liefst wordt de gitzwarte kleur gezien, maar die is zeldzaam. De meeste Friezen zijn koolzwart en ook ziet men wel bruinzwart of zomerbruin als de zwarte kleur door de inwerking van de zon en zweet op sommige plaatsen neigt naar bruin. Een Fries paard met enige vorm van witte aftekening wordt op driejarige leeftijd dus niet ingeschreven in het Stamboek.
Behalve de zwarte kleur zijn de weelderigheid van de manentop, de manenkam, de staart en de "vetlokken" aan de benen belangrijke raskenmerken. Het hoofd moet niet groot of lang zijn en het oog helder en vriendelijk. De oren liefst niet te groot en attent en met de punten iets naar binnen wijzend. Het hoofd moet adellijk zijn en sprekend. De hals niet te diep uit de borst en van voldoende lengte en niet te zwaar. Samen met de nek moet zij in de bovenlijn een sierlijk verheven ronding tonen, de 'kap' en daardoor de indruk wekken van de hals van een zwaan. De schoft moet goed ontwikkeld zijn en voldoende doorlopen in de rug. Een schofthoogte tussen de 1.58 en de 1.65 m. is een mooie hoogte voor een Fries paard. De schouder liefst lang en niet steil. De rug goed bespierd en ook niet te lang, wat nogal eens voorkomt. De verbinding van rug via de lendenen naar het kruis is heel belangrijk. Zij moet voldoende sterk zijn om de opgewekte energie vanuit de achterhand over te brengen naar de voorhand. Het kruis moet enige helling hebben en van voldoende lengte zijn. Het beenwerk is heel belangrijk: Het moet in alle opzichten correct zijn en voldoende hard en droog.
Veel aandacht is de laatste jaren in de fokkerij van het Friese paard gevestigd op de kwaliteit van de beweging. Zo is het belangrijk, dat een Fries paard beschikt over een goede stap: deze moet ruim zijn en voldoende souplesse tonen. Het bewegingsmechanisme wordt gekenmerkt door een verheven vooruitgrijpende beweging van de voorbenen met schoudervrijheid en knieactie, die mogelijk gemaakt wordt door een voldoende sterke stuwende en dragende achterhand. De draf moet vooral ruim zijn. Door een streng selectieproces van honderden jaren zijn ook deze bewegingseigenschappen diep verankerd in de erfelijkheid van het Friese paardenras. Dat geldt ook voor het unieke karakter van het Friese paard: levendig, intelligent, eerlijk en trouw, altijd bereid om te werken, maar trots als de Friezen zelf...
De meest recente fase van zijn geschiedenis is wel haast een wonder te noemen. In de meeste landen van Europa: in Duitsland, België, Frankrijk, Groot Brittanië en Ierland, in Denemarken, Zweden, Zwitserland, Liechtenstein, Luxemburg, Oostenrijk en Hongarije, maar ook in de USA, Canada, Chili, Mexico, Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland en Japan wordt tegenwoordig gefokt met Friese paarden. Vele buitenlandse liefhebbers hebben ooit een bezoek gebracht aan de hengstenkeuring in Leeuwarden. Wie daar éénmaal geweest is, is meestal voor het leven besmet met het 'Friezen-virus'...
In deze keuring wordt een strenge selectie gemaakt uit jonge Friese hengsten. Op de middag van de laatste dag laten alle Friese hengsten, ook alle ouderen zich zien, wat altijd ontaard in een formidabele show, een ware demonstratie van schoonheid, vitaliteit en aristocratie van eeuwen her. Zo'n 8000 mensen uit alle delen van de wereld staan dan op de stoelen joelend, klappend en tot tranen toe geroerd. Daar dansen de Friese paarden weer...!